Schil de appels, boor het klokhuis eruit en snijd de appels in 1 cm dikke plakken. Roer 100 gr suiker om met kardemom, gemberpoeder en kaneelpoeder. Zeef de bloem in een grote kom, druk een kuiltje in het midden, breek de 2 eieren hierboven en roer vanuit het midden het ei met de bloem totdat het dik roerbaar is. Voeg in delen het bier toe en blijf roeren, zodat een glad beslag ontstaat. Voeg een flinke snuf zout toe. Verhit de frituurolie. Wentel steeds 3 of 4 appelschijven door het suikermengsel, haal ze met een vork door het beslag en frituur ze goudbruin. Keer ze als de onderkant bruin is. Neem ze met een schuimspaan uit de pan en laat ze op keukenpapier uitlekken. Pureer de abrikozen, verwarm de puree en breng op smaak met suiker. Bind de puree met losgeroerde maïzena in 1 tl koud water. Schik de appelflappen mooi op een schaal, bestrooi ze met poedersuiker en geef de warme of afgekoelde abrikozensaus erbij.
Zonder kaas | Met kaas | Met bier | Kip met pesto | Vis zonder knoflook | Rundvlees met wijn | Vegetarisch met noten en kaas | Kip zonder knoflook |